zaterdag 13 november 2010

De stem van God horen door een lied

Het bijbelboek Psalmen is onder christenen waarschijnlijk het meest gelezen en meest bekende boek uit het Oude Testament.
Als we het over liederen en zang hebben, denken we vaak aan vreugde. We zingen als we blij zijn.
Wat echter opvalt, is dat heel veel psalmen geen vrolijke inhoud hebben. Ze gaan over verdriet, over verlatenheid en zelfs over boosheid. De meest persoonlijke zaken en gevoelens, zowel positieve als negatieve, worden in een gebed naar God uitgesproken. Dit is een belangrijke functie van het gebed. We mogen voor de Heer ons hart uitstorten, we mogen alles met Hem delen wat ons bezighoudt.
Vervolgens hebben de psalmschrijvers hun gebeden opgeschreven. Eigenlijk zijn het brieven aan God. Waarom doe ik dat niet, vroeg ik me af. Zelfs therapeuten wijzen op het belang van het neerschrijven van je gedachten. Maar ik ben niet ziek, … of toch wel?

Wat ik verder opmerkelijk vind, is dat de liederen een mooie vorm hebben. Het zijn in zekere zin gedichten. De psalmdichter heeft er moeite voor gedaan om van zijn gebed een mooi lied te maken.
En vervolgens bedenkt hij een melodie of neemt een bestaande melodie over om het gebed te kunnen zingen. Het blijft dus niet bij één keer bidden. Hij is er uren of dagen mee bezig. Is dit niet wat wij missen in onze vluchtige cultuur, waar alles snel moet gebeuren?

Maar het mooiste vind ik in de psalmen dat God persoonlijk spreekt. Vaak krijgen de psalmschrijvers woorden in hun hart die God tegen hen zegt. Ik stel me dat zo voor: je schrijft in je verdriet of je eenzaamheid een lied voor God. Je bent daar heel druk mee. En als je het lied dan nog eens overleest, dan zie je dat je iets hebt neergeschreven wat God tegen jou zegt in plaats van jij tegen Hem. Dit overkwam David heel vaak. Een voorbeeld hiervan is Ps.32:8
‘Ik let op je, ik geef je aanwijzingen wat je moet doen,
Ik wil je raad geven, mijn oog is op je.’