donderdag 9 september 2010

Balans

Vaak wordt de vraag gesteld waarom iemand die ziek is niet geneest terwijl er toch voor gebeden is. Deze vraag wordt des te nijpender wanneer we regelmatig getuigenissen horen en lezen van medegelovigen in het land die op wonderlijke wijze door de Heer worden aangeraakt. Ook staat het thema van het Koninkrijk en vooral het reeds aanwezige Koninkrijk (‘Kingdom now’) in het middelpunt van de belangstelling. En genezing is een belofte die onderdeel uitmaakt van de prediking van het Koninkrijk. Jezus zegt tegen zijn discipelen: ‘Ga op weg en verkondig: “Het koninkrijk van de hemel is nabij. Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven! (Mat.10:7-8).

Ik wil natuurlijk niets afdoen aan deze opdracht en belofte, maar wel zoek ik naar balans. We mogen niet onze ogen sluiten voor de culturele invloed op ons geloofsleven. Twee generaties geleden waren er maar weinig christenen in ons land die de vraag naar genezing zo krachtig stelden als dat vandaag gebeurt. Het heil van God was er niet in de eerste plaats voor het heden, maar voor de toekomst, een eeuwig behoud in de hemel.
In onze cultuur anno 2010 moeten daarentegen alle wensen hier en nu vervuld worden. Het is van belang ons af te vragen in hoeverre er op dit punt in ons geloofsleven niet ten dele sprake is van wereldgelijkvormigheid. Wanneer God een therapeutische God is geworden moeten we oppassen niet af te glijden naar afgoderij. In het laatste geval gaat het overal en altijd om mijn gezondheid, mijn geluk, mijn toekomst etc. En mijn God moet ten dienste staan van dit alles. En zo kan de ware godsdienst zomaar verworden tot ware afgoderij.

Er is balans nodig in het geestelijke leven. Wij ontvangen uit genade Gods heil (inclusief genezing), maar het gaat om de eer van God en Zijn getuigenis in deze wereld. Een getuigende zieke christen betekent meer voor het Koninkrijk van God dan een verbitterde gelovige die ooit genezing ontving. Verder moeten we beseffen dat we tussen Pinksteren en Wederkomst leven in een tijd van ‘al wel’ en ‘nog niet’. Het Rijk is nog niet in heerlijkheid gekomen. Alles is nog ten dele, zoals Paulus zo duidelijk verwoordt in 1Kor.13:9-10
‘Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren.
Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben.’